is de zwarte, structuurloze, slibhoudende, vettig aanvoelende veenlaag (gliede) aan de onderkant van een hoogveenprofiel.
Bij uitdroging wordt de s. vaak tot harde en grove brokken en verliest zij het vermogen om water op te nemen. De s. is opgebouwd uit organische stof, planten-, meestal veenresten, die door ontleding in een structuurloze, colloïdale toestand zijn overgegaan. De s. wordt bij ontginningen wegens haar ongunstige eigenschappen diep weggewerkt.