Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Roodbont

betekenis & definitie

is een van de 3 Ned. veeslagen, waarvan de officiële benaming Maas-Rijn-IJsel (M.R. IJ.) veeslag is.

De ontwikkeling van dit veeslag dateert voorn. van na 1906, toen de reorganisatie bij het N.R.S. tot stand kwam. Voordien kwam het voorn. voor langs de IJsel en langs de Maas, nl. in het Land van Cuijk. Het heeft zich naderhand verspreid over een groot deel van de provinciën Geld., Ov., N.Brab. en Limb. Men kan in Ned. eigenlijk van 2 fokgebieden spreken nl. het N. en het Z. De fokgebieden in Geld. en Ov. vormen uiteraard het N. en het aaneengesloten gebied in N.Brab. en Limb. het Z. fokgebied.Het r. veeslag heeft evenals de beide andere Ned. veeslagen het melk-vleestype. Van de 3 veeslagen bezit het r. de meest robuste bouw en tevens de zwaarste bespiering. Het heeft hierdoor een iets grotere geschiktheid voor de vleesproductie dan de beide andere veeslagen. Na de tweede wereldoorlog is bij de beoordeling van de r. iets meer de nadruk gelegd op de melkproductie-geschiktheid dan voordien het geval was. Er wordt gestreefd naar een evenredig en solide gebouwd dier met gaaf beenwerk. Daarbij zijn een sterke, goed gespierde bovenbouw met een diepe, gewelfde ribbenkast en een goed gevormde kwaliteits-uier van het allergrootste belang. Naast voldoende sterkte en diepte moet voldoende ruimte in het achterstel en een goede maat worden aangehouden. de dieren dienen noch te klein noch te fors te zijn.

De r. staan bekend om hun grote soberheid. Zij stellen iets minder hoge eisen aan voeding en verpleging dan de zwartbonten. Dit neemt niet weg, dat hoe hoger eisen men aan de productie van dit veeslag gaat stellen hoe hoger eisen ook aan voeding en verpleging worden gesteld. De kleur is zoals de naam zegt r., d.w.z. overwegend bruinrood met m.o.m. wit (z. Kleuren en aftekeningen). Het wit begint echter helaas in bepaalde fokgebieden steeds meer de overhand te krijgen.

Men ziet dikwijls gespikkelde dieren. Blessen komen bij dit veeslag veelvuldig voor.

De gemiddelde melkopbrengst ligt iets lager dan bij de zwartbonten, terwijl ook het gemiddelde vetgehalte in 1955 ca 0,2%) lager was.

De roodbontfokkerij is niet alleen van nationale betekenis, maar door export van fokvee naar België (Kempense vee), Luxemburg, Duitsl. en Z. Am. van internationale betekenis geworden. Tal van bloedlijnen in de roodbontfokkerij in deze landen voeren op Ned. stamouders terug.

< >