is de wijze van vullen van de kaasvormen met wrongel, waarbij men deze in de vorm nog weer fijn maakt door ze met de handen te verkruimelen. Men noemt het ook wringen en de zo gemaakte kaas, wringkaas.
De kaas krijgt door het p. meestal fijne openingen. Er gaat bij deze werkwijze veel vet in de wei over. Men noemt deze witte, vetrijke wei, portel. Men moet het p. met de nodige voorzichtigheid toepassen, omdat het anders kan gebeuren, dat er zóveel vet verloren gaat, dat het vetgehalte in de drogestof van de kaas beneden de voorgeschreven grens komt. Het p. wordt in de kaasfabrieken niet meer toegepast: daar vraagt het te veel tijd.