Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Ouderdomstheorie

betekenis & definitie

In 1795 wees KNIGHT op mogelijke uitsterving van voortdurend vegetatief voortgeplante fruitsoorten en men heeft deze gedachte toen voetstoots als o. aanvaard. Toen VAN MONS in 1800 goede resultaten verkreeg met het zaaien van vruchtsoorten, is men meer aandacht aan de o. gaan schenken, omdat men toen tot de overtuiging kwam, dat men z.g. verouderde var. kon vervangen.

Het doel, dat men toen ging nastreven, werd echter niet bereikt; de nieuwe vruchten hadden dezelfde kwalen als de oude var. Door het zaaien heeft men het probleem dus niet tot klaarheid gebracht en het is tot heden nog steeds niet tot oplossing gebracht. De meningen blijven verdeeld. KRENCKE, een der laatste schrijvers over de seniele aftakeling, zegt geen bewijs voor het verouderen te kunnen aanvoeren bij langdurige vegetatieve vermenigvuldiging. Volgens hem bestaat zelfs de mogelijkheid dat bij vegetatieve vermeerdering een zekere graad van verjonging kan optreden onder invloed van factoren, die als verjongingsfactoren kunnen worden opgevat, evenals dit bij de generatieve vermeerdering plaats vindt. Men denke aan de a.h.w. eeuwige jeugd, die sommige gewassen vertonen.

Ook voor dieren bestaan verschillende theorieën over de verklaring van ouderdomsverschijnselen. Geen enkele kan echter in alle opzichten bevredigen.

< >