Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Ontsmettingsmiddelen

betekenis & definitie

(desinfectiemiddelen: worden gebruikt voor het doden of buiten gevecht stellen van schadelijke organismen (insecten, nematoden, schimmels, bacteriën e.a.) en viren (z. Ontsmetten).

Al naar het doel kan men onderscheiden tussen middelen: (1) oor het desinfecteren van b.v. de handen van de mens of wonden bij mens en dier (z. Desinfectans).

2) Voor het ontsmetten van stallen wordt vaak creoline of lysol gebruikt, na een virusziekte loog.

(3) Voor het doden van organismen op of in zaaizaad, poot- en plantgoed. Aan deze o. wordt i.h.a. de eis gesteld, dat zij bij de omstandigheden waaronder ze toegepast worden, onschadelijk zijn voor het zaad- en poot- en plantgoed zelf. De meest gebruikte middelen zijn: organische kwikverbindingen, TMTD, methallylchloride, methylbromide, DDT, Chloordaan, Aldrin, Dieldrin e.a. Tegen diep in het zaad zetelende schimmels en bacteriën kunnen ook antibiotica worden gebruikt (z. ook Warmwaterbehandeling).

(4) Voor de ontsmetting van gereedschappen, opstanden enz. Hiervoor worden vooral gebruikt formaline, soda, sodex, kopersulfaat, sublimaat, organische kwikverbindingen, zwaveldioxyde en kokend water.

(5) Voor desinfectie van de grond. Aangezien de meeste grondontsmettingsmiddelen een sterke phytocide werking hebben, wordt aan deze middelen de eis gesteld dat zij na de behandeling door ontleding, oxydatie of verdamping spoedig hun werkzaamheid verliezen (z. Grondontsmetting).

< >