is de suikerhoudende stof, die door de nectariën of honingkliertjes der bloemen of soms van andere organen (b.v. bladsteel) wordt afgescheiden. N. vormt het voedsel voor vele insecten.
De n.-afscheiding houdt nauw verband met de weersgesteldheid en is het sterkst bij vochtig, warm weer. Voor de honingbij is n. de grondstof waaruit dit insect de honing bereidt.