Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Nationaal Instituut voor de Landbouwstudie in Belgisch Congo

betekenis & definitie

(N.I.L.C.O.); (Frans: Institut National pour l’Etude Agronomique du Congo Belge of I.N.E.A.C.), werd in 1933 opgericht bij K.B. van 22 dec. 1933, als gevolg van de studiereizen van Prins LEOPOLD in Congo en Indon. Het volgde de Régie des Plantations de la Colonie op.

Deze laatste instelling werd in 1926 opgericht en had een aantal proefstations overgenomen, die vanaf 1910 door de Landbouwdienst gesticht werden, alsmede de Plantentuin te Eala (1900). Het N.I.L.C.O. is een parastatale instelling bij het Ministerie van Koloniën. Plet centraal bestuur (Algemene Directie, Bestuurscomite en Commissie van Advies) is te Brussel gevestigd. Het plaatselijk bestuur bestaat uit een algemene directie te Yangambi en 9 gewestelijke directies (sectoren). Het Eur. personeel, verbonden aan de Afr. diensten van het N.I.L.C.O., bestond op 31 Dec. 1952 uit 288 man. De werkkring van het Instituut strekt zich uit tot alle onderzoekingen i.v.m. landb., bosb., tuinb. en veeteelt. De volgende stations en laboratoria zijn thans in werking:(1) Onderzoekingscentrum te Yangambi met afdelingen voor: oliepalm; Hevea-, koffie- en cacao; voedingsgewassen; plantkunde; plantenziekten en insecten (Centraal laboratorium te Yangambi, Gewestelijke laboratoria te Bambesa, Gandajika, Mulungu en Kaniama) ; landbouwscheikunde; bosbouw (Centrum voor Bosbouwkundige onderzoekingen te Yangambi, Bosbouwkundig Centrum voor Mayumbe te Luki, Bosbouwkundige Groepen voor Katanga te Keyberg, voor Ituri te Nioka, voor Neder-Gongo te Vuazi, voor Kivu te Mulingu en voor Ucle te Bambesa); bodemkunde (+ 4 gewestelijke laboratoria en het Laboratorium voor Colloiden te Leuven, in België); klimaatkunde; plantenphysiologie; landbouwwerktuigkunde; zoötechniek; hydrobiologie van de visteelt (met laboratoria te Yangambi en te Bambesa); genetica; biometrica.

(2) Sector van Neder-Congo: Onderzoekingsstation te Vuazi (vruchtenteelt, voedingsgewassen, veet., enz.) Proefstation te Gimbi (vezelgewassen, enz.); Proefstation te Kondo (koffie, cacao, Hevea, oliepalm, bananen, voedingsplanten).

(3) Sector van Centr. Congo: Ondernemingen Yangambi, Gazi, Barumbu, Bongabo en Mukumari.

(4) Noordelijke Sector: Onderzoekingsstation te Bambesa en Proefstation te Boketa (katoen, voedingsgewassen, enz.).

(5) Z. Sector: Proefstations te Gandajika, Kiyaka en Lubarika (katoen, voedingsgewassen, enz.).

(6) Sector van Katanga: Proefstation te Keyberg (vruchtenteelt, groententeelt, voederplanten,veet.); Proefstation te Kaniama (tabak).

(7) Sector van Kivu: Onderzockingsstation te Mulungu-Tshibinda (koffie, thee, kina, Aleurites, Pyrethrum, voedingsgewassen, enz.).

(8) Sector van Ituri: Onderzoekingsstation te Nioka : veet., verbetering van weilanden, voedings- en nijverheidsgewassen, koffie, thee en kina); Proefstation en Onderzoekingscentrum voor de zijdeteelt te Hawa-Berg; Veeartsenijkundig Laboratorium te Gabu.

(9) Sector van Ruanda-Urundi: Proefstations te Rubona en Kisozi, Veeteeltbedrijf te Nyamyaga. Bij de algemene diensten te Brussel zijn gevestigd het Bureau voor Klimaatkunde, de Dienst voor de Flora van Belgisch-Congo en de Studiecommissie van de Congolese Houtsoorten.

Uitgaven van het N.I.L.C.O.: Wetenschappelijke Reeks (no 57, 1953), Technische Reeks (no 42, 1953), Flora van Belgisch-Congo (Vol. III, 1953), Verzameling in 4° en Buiten Reeks (37 verschillende publicaties, jaarverslagen, enz. einde 1953 verschenen), Bibliographische Kaarten (ca 3000 per jaar Informatiebulletin van het N.I.L.C.O. : tweemaandelijks, z. Landbouwkundig Tijdschrift voor Belgisch-Congo).

J. E. OPSOMER.