Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Monocotylen

betekenis & definitie

zijn die bloemplanten der angiospermen, welker zaden slechts één lob bezitten. Deze m. zijn voorts gekenmerkt door het ontbreken van secundaire diktegroei.

Ook de bladeren verschillen van de veel vormenrijkere onderklasse der dicotylen of tweezaadlobbigen door de meestal gestrekte vorm en evenwijdige nerven. Tot de m.behoren o.a. de lelie-achtigen, palmen, grassen, schijngrassen en orchideeën.