Bij slechts enkele, nogal afwijkende groepen van Pteridophyta brengt de sporophyt sporen van tweeërlei grootte voort: macrosporen en m. De laatste bevatten weinig reservevoedsel.
Hieruit ontstaan de ♂ gametophyten. In principe zijn hieraan gelijk de stuifmeelkorrels der hogere planten, die daarom ook wel m. worden genoemd.