wordt soms ongeveer gebruikt als syn. van kruisingsincompatibiliteit. Meestal echter gebruikt men het in een minder ruime betekenis en wel speciaal voor het geval, dat de paring van twee tot verschillende systematische eenheden behorende individuen (soorten, geslachten) geen levensvatbare nakomelingen oplevert.
Door toepassing van verschillende methoden kan het gelukken k. te overwinnen.