Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Keuter

betekenis & definitie

1. Iemand, wiens hoofdberoep landbouwer is, doch wiens bedrijf zó klein is, dat hij daarop geen volledig zelfstandig bestaan kan vinden.

De k. is derhalve op neven-inkomsten aangewezen.2. (volksk. Een k. is letterlijk de naam voor de bewoner van een kot of kato, d.w.z. een klein, laag huis. In het N.O. van Ned. zegt men:

Van een keuter op n boer,

Dat valt zoer;

Van n boer op n keuter,

Dat gaat vleuter.

< >