is de geol. benaming voor grofzandige en grindhoudende afzettingen, gevormd in het begin van het Pleistoceen in het Praeglaciaal. Zand en grind zijn aangevoerd door Rijn en Maas en afgezet in een delta, waarop Ned. ligt.
De afzetting ligt in Limb. aan de oppervlakte en komt in de rest van Ned. in de ondergrond voor. In de geologie aangeduid met het symbool II 1.