orde Galli. Van deze orde is in Ned. de aanwezigheid van 6 in het wild levende soorten vastgesteld, waarvan voor de landb. van belang zijn de fazant, de patrijs en het korhoen, die alle drie onder de Jachtwet vallen.
Het zijn standvogels. De fazant en het korhoen hebben ongeveer de grootte van een kip, de patrijs die van een duif. De fazant heeft een lange staart en is voorn, bruingekleurd, terwijl het ♂ door zijn donkergroene kop en witte halsring opvalt. De korhaan is staalblauw met liervormige staart, de korhen is roodbruin met ontelbare donkere dwarsbanden, vlekken en spikkels. De patrijs is door de roestrode borstvlek en staart snel te herkennen. De fazant en patrijs zijn geliefde jachtobjecten, waarvan jaarlijks honderdduizenden exemplaren worden geschoten.