Ofschoon feitelijk elk geteeld gewas m.o.m. als handelsobject beschouwd kan worden, zijn er toch een aantal gewassen, waarvan de voornaamste voortbrengselen voor de boer-producent eerst dan tot waarde komen, als hij deze buiten zijn bedrijf kan afzetten, aangezien hij ze in zijn bedrijf niet nuttig kan verwerken. Zij vinden hun weg als grondstof voor de niet-agrarische industrie: textielindustrie, olie- en margarine-industrie, chem. industrie enz.
Voorheen waren de prijzen voor deze producten aan sterke schommelingen onderhevig, mede ook doordat de opbrengsten van jaar tot jaar sterk uiteen kunnen lopen. Dit laatste weer als gevolg van de veelal grote gevoeligheid t.o.v. minder gunstige weersomstandigheden en de aantasting door schadelijke insecten en plantaardige parasieten. De teelt is dan ook m.o.m. riskant; vele h. gelden als minder oogstzeker. Bovendien stollen zij niet zelden bijzondere eisen aan de grond, vragen een met zorg voorbereid zaaibed, een tijdige en zorgvuldige verpleging, soms ook bepaalde voorzorgsmaatregelen bij de oogst of aparte inrichtingen voor het bewaren, kortom veel kennis gebaseerd op ervaring van de teler, zorgvuldige handenarbeid en tijdelijk een grote kapitaalsinvestering.
Het met h. beteelde oppervlak is in Ned. niet groot, maar vooral in de zeekleigebieden toch van betekenis. In tijden van schaarste of dreigende schaarste breidt de teelt zich, niet zelden door de Overheid afgedwongen, uit. Verschillende h. gelden als goede voorvruchten. oefenen, doordat zij vroeg geoogst kunnen worden, een gunstige invloed uit op de arbeidsverdeling en versterken de schaarse kasmiddelen van vele boeren in een tijd, dat er wel veel uitgaven, maar nog weinig inkomsten van de hoofdproducten zijn. Men brengt de h. wel in de volgende groepen onder: oliezaden, vezelplanten, verfplanten, specerijgewassen en overige handelsgewassen o.a. tabak en hop. De gewassen der grote culturen in Indon., worden hoewel niet in het bedrijf verwerkt, geen h. genoemd.