is een instelling, die langzamerhand verdwijnt. Grasland-percelen, die niet bij een normale boerderij in gebruik zijn, worden jaarlijks in twee gedeelten verpacht, waarbij eerst het hooigras als z.g. grasverkoping wordt aangeboden.
Men noemt dit ook wel topgrasverkoping in tegenstelling met het nagras, dat later in de zomer wordt verpacht. Deze jaarlijks g. zijn sociaal gezien uit den boze, omdat er ieder jaar een andere gebruiker van het land kan optreden en de verbeteringen achterwege blijven.