noemt men in Midden Java bleke gronden, grotendeels bestaande uit gelijkmatig lijn kwartszand, iets fijner dan duinzand, door dunne laagjes (huidjes) van ijzeroxyde licht roodachtig getint. Men vindt ze in de vlakte tussen de kalkheuvels en mergelruggen van het Tertiair.
Vermoedelijk werden ze oorspronkelijk met kalk van verschillende organismen afgezet als kustbanken in ondiepe zee. Naderhand, na opheffing boven zee. werd de kalk uitgewassen en bleef voorn, hel kwartszand over. Van nature zijn g. dus zeer arm, maar met bemesting is er wel iets van te maken. De bevolking ‘bemest’ zelfs met zware, zwarte klei van de mergelruggen, bijzonder goed voor het doel. maar zeer oneconomisch.