Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Fluvioglaciaal

betekenis & definitie

Afzettingen van het stromende smeltwater van het landijs, dat in de Riss-ijstijd het Noordelijk deel van Ned. bedekte. Het bestaat uit vaak vrij grove zanden met grindstcentjes en komt voor langs de randen van de door het landijs opgestuwde of bedekte heuvels (Veluwe, Utrechtse heuvelrug).

Deze fluvioglaciale mantels of sandr worden in de geologie aangeduid met het symbool 114. De f. mantels liggen op de hellingen van de heuvels en gaan in de dalen over in fluvioglaciale dalopvullingen.

< >