Gronden van de oude en jonge duinen, welke in natuurlijke toestand voor de landb. van weinig betekenis zijn, omdat ze te hoog boven het grondwater liggen. Na afgraven, waarbij het kalkrijk zeezand in de bovengrond komt en het maaiveld 56 cm boven de steeds constante grondwaterspiegel ligt, worden het zeer waardevolle gronden, o.a. geschikt voor de bloembollencultuur.
De goede d. bestaan uit vrij grof, kalkrijk zand. Ze zijn weinig humeus en van nature arm aan plantenvoedende stoffen. In de bodemkunde worden de d. ingedeeld naar hun vochthoudendheid, kalkrijkdom en het voorkomen van storende klei- of veenlagen in de diepere ondergrond.