is dat gedeelte van de installatie der suikerfabriek, waar de suiker aan de snijdsels wordt onttrokken. Een d. bestaat uit een aantal ketels, die onderling verbonden zijn door leidingen.
Het uittrekken van de suiker geschiedt gedeeltelijk door uitloging, maar voor het grootste gedeelte door diffusie waarvoor verwarming van de ketels noodzakelijk is. Als oplosmiddel dient water. Ten einde zo weinig mogelijk water te gebruiken wordt het tegenstroom-principe toegepast, d.w.z. het water wordt ingepompt in de ketel met de sterkst uitgeloogde snijdsels. In iedere volgende ketel zijn de snijdsels telkens minder sterk uitgeloogd, zodat de vloeistof langzamerhand meer suiker gaat bevatten en uiteindelijk via de ketel met verse snijdsels de batterij als z.g. ruwsap verlaat. D. zijn ook in gebruik bij andere industrieën.