een thans veel gebruikte term ter algemene aanduiding van de verspreidingseenheden van planten: sporen; zaden, zonder of met aanhangsels; delen van vruchten; gehele vruchten, zonder of met niet tot de vrucht te rekenen plantendelen (al of niet vergrote kelk; gedeelte van de steel); of vegetatieve vermeerderingseenheden (b.v. bulbillen). De term werd ingevoerd door de Zweed SERNANDER (1927), die daaraan behoefte had bij zijn grondleggende studies over de wijzen van verspreiding van planten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
