Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Coöperatieve vereniging

betekenis & definitie

(1) (Ned.) Wettelijk is de vereniging, die voldoet aan de in de Coöperatie Wet gestelde vereisten, een coöperatie.

Echter worden verenigingen van personen, die de bevordering van gelijksoortige stoffelijke belangen der leden door gemeenschappelijke uitoefening van een bedrijf ten doel hebben, ook wel tot de c.v. gerekend, hoewel zij juridisch niet tot deze verenigingen behoren.

Kenmerken van c.v. zijn:

a) Zij zijn verenigingen van personen (in tegenstelling tot een n.v., die men wel een vereniging van kapitalen noemt).
b) De toe- en uittreding van leden moet in principe vrij zijn. Wel mogen hieraan voorwaarden worden verbonden (zo kan bepaald worden, dat men landbouwer moet zijn, of dat men bij uittreding een bepaald bedrag verschuldigd wordt), maar men mag daarbij nimmer zover gaan dat het principe der vrije uittreding geheel opzij gezet wordt.
c) Doel is de behartiging van stoffelijke belangen. Daarnaast, maar niet in plaats daarvan, mogen ideële belangen behartigd worden. Kenmerken, welke in de bovengenoemde omschrijving niet tot uiting komen, zijn voorts:
d) De risico’s worden door alle leden gedragen aan wie ook de voordelen ten goede komen, en wel in de mate, dat men zaken doet met de c.v.
e) De leden vervullen een dubbele functie tegenover de c.v. Zij zijn nl. enerzijds de gezamenlijke ondernemers en staan anderzijds in zakelijke verhouding tot de c.v.

Zo zijn de leden van een coöp. zuivelfabriek enerzijds de ondernemers der fabriek en anderzijds de leveranciers van de melk. Bij een aankoopver. zijn de leden de ondernemers en tevens de klanten.

In Ned. bestaan ongeveer 5000 wettelijke c.v. Vooral in de landb. is het coöperatiewezen sterk tot ontwikkeling gekomen. C. Ph. ABBING.

(2) (België) Hier spreekt men van samenwerkende of coöperatieve vennootschap. Daarmee bedoelt men de verenigingen, die de vorm aangenomen hebben voorgeschreven door de wet van 18 Mei 1873. Naar luid van deze wet zijn de c.v. handelsvennootschappen, bestaande uit vennoten waarvan het aantal en de inbreng veranderlijk zijn en waarvan de aandelen niet kunnen afgestaan worden aan derden.

De voornaamste kenmerken van de c.v. zijn:

a) Het personalisme. C.v. zijn personenvennootschappen, in dewelke vooral de nadruk gelegd wordt op het onderling vertrouwen dat de deelgenoten in elkaar hebben, in tegenstelling met de kapitaalvennootschappen in dewelke de vennoten meestal elkaar niet kennen.
b) Veranderlijkheid van deelgenootschap. In de loop van haar bestaan kan de c.v., mits met naleving van de statutaire bepalingen, nieuwe vennoten aanwerven; in dezelfde voorwaarden kunnen de vennoten eveneens uit de vennootschap treden of zelfs uitgesloten worden.
c) Veranderlijkheid van kapitaal. De statuten der vennootschap hoeven slechts het minimum-kapitaal aan te geven. In de loop van het bestaan der vennootschap kan het kapitaal, hetzij door terugtrekking hetzij door nieuwe onderschrijving gewijzigd worden.
d) Onafstaanbaarheid van de aandelen. De deelgenoot kan zijn aandelen niet afstaan aan derden. Bij terugtrekking ontvangt hij het aandeel van het kapitaal dat hem toekomt. In geval van overlijden wordt het aandeel toegekend aan zijn erfgenamen of rechthebbenden. Zij kunnen evenwel zijn plaats in de vennootschap niet innemen, tenzij bij aanvaarding door de algemene vergadering of door de bestuursraad, naar gelang de statutaire bepalingen.

Wat de rechten der deelgenoten in de algemene vergadering betreft, voorziet de wet dat a! de leden stemrecht hebben en dat, bij ontstentenis van statutaire afwijkingen, elk lid slechts over één stem beschikt.

Aangaande de vaststelling van de aansprakelijkheid van de leden, is de wet zeer breed. Zij laat aan de stichters toe zelf te bepalen welke de normen zijn van die aansprakelijkheid.

Behoudens statutaire afwijkingen, worden de leden solidair aansprakelijk geacht (z. Aansprakelijkheid).

J. RONDOU.