Bij deze wijze van grondbewerking worden de diverse bewerkingen en speciaal
het ploegen dusdanig uitgevoerd dat de ploegvoren niet met de helling mede, maar langs de contouren, d.w.z. zoveel mogelijk horizontaal, lopen. De c. is vooral aan te raden en vaak nog veel te weinig toegepast op hellende terreinen, die aan erosie onderhevig zijn. Wanneer tussen de contourgeploegde stroken dan ook nog braakliggende of met grondbedekkende gewassen bebouwde stroken worden aangehouden spreekt men van ‘strip-cropping’.