Kevers tot de Lamellicornia of bladsprietigen behorend, met dikwijls schitterende metaalkleuren, gaarne over dag vliegend, bloemen bezoekend. Larven als engerlingen in detritus, saprophaag, enkele soorten in mierennesten.
In Ned. C.aurata L., de goudtor of rozenkever, niet zeldzaam, metaalgroen, met op de dekschilden ingegrifte witte tekening. De naverwante Potosia (= Cetonia) caprea F. (= floricola HBST.) als larve op de bodem van de nesten der rode bosmier. In Indon. talrijke Cetoniidae van dikwijls zeer opvallende 'habitus, b.v. de grote, fraai metaalgroene Agestrata orichalcea L. is als larve in Pandanus schadelijk.