1. (werktuigk.) B. is het Franse woord voor kaars. Het wordt hier gebruikt in de betekenis van dat onderdeel van een motor, dat zorgt voor de electrische vonk, die nodig is voor de ontsteking van het gasmengsel in benzine- en petroleummotoren.
De b. bestaat uit een metalen huls met schroefdraad, waarmee de b. in de motorkop is geschroefd. In deze huls zit een porceleinen isolator, waar in de lengte de centrale electrode doorloopt. Boven op deze centrale electrode wordt door middel van een moer de stroomtoevoerdraad bevestigd. Onder aan de metalen huls zitten van 1 tot 3 massa-electroden, die dus in contact zijn met het cylinderblok en daardoor de stroom weer terugvoeren. de afstanden van de ontstekingspunten van de centrale electrode en de massa-elektrode is ca ½ mm.Men onderscheidt de b. in koude en warme typen. Bij de koude b. is de porceleinmassa die in de verbrandingsruimte steekt, vrij kort. Daardoor is de warmte-afvoer groot en blijft de b. kouder. Dit type wordt gebruikt voor benzinemotoren. Bij een warme b. is het porceleinen isolatorstuk langer. Dit wordt heter en eventuele brandstofresten die erop neerslaan verbranden daardoor toch weer. Dit type wordt toegepast bij petroleummotoren. de b. moet volkomen gasdicht zijn, dus de isolator moet lekvrij in de metalen huls zitten en de centrale electrode evenzo in de isolator zijn geklemd.
Voor het gasdicht vastzetten van de b. in het motorblok wordt een koper-asbestpakkingsring toegepast.
2. (veearts.) Met cacaoboter bereide pil, waarin een ontsmettingsmiddel is verwerkt. De b. kan worden gebruikt voor ontsmetting van de schede, wanneer deze ontstoken is. De cacaoboter smelt nl. bij lichaamstemperatuur geleidelijk en het ontsmettingsmiddel komt dan vrij om de schede te desinfecteren, dus de aanwezige smetstof te doden.