( volkskunde) zijn van oorsprong deels echte plattelandsdansen, deels zijn het gezelschapsdansen van de hogere standen (z.g. gezonken cultuurgoed) uit vorige eeuwen. Overblijfselen er van zijn o.a. de volksdansen in de Achterhoek: Driekusman, Peerdesprong en Riepe, Riepegaste.
Ook zijn er nog volksdansen op Terschelling, in Friesl., in Twente en in Limburg.Vlaanderen kent oude boerendansen, begeleid met dansliederen, o.a. op de teerfeesten der Kempische schuttersgilden. Ofschoon de meeste dansen niet typisch Kempisch zijn, worden zij toch Kempische dansen genoemd, o.a. de Zevensprong, Mieke Stout en het Trawantelen. Ook op bruiloften worden deze vaak na het avondeten uitgevoerd.