1. B. geeft aan, welk gedeelte der bodemoppervlakte ingenomen wordt door de basale delen der graslandplanten.
Op hooiland is de b. aanmerkelijk lager dan op weiland.2. (bosb.) B., (meer gebruikelijk volkomenheidsgraad) noemt men de verhouding tussen de werkelijke houtmassa van een opstand en die, welke er volgens een opbrengsttafel normaal zou kunnen staan.