is het in ontwikkeling achteruitgaan, kleiner worden. Het optreden kan een gevolg zijn van onvoldoende voeding (b.v. van een zenuw die is doorgesneden); van onvoldoende gebruik (b.v. van spieren); van hoge ouderdom, waarbij vrijwel alle organen gaan atrophiëren.
Het tegengestelde is hypertrophie. Het begrip a. wordt in de plantkunde ook gebruikt voor weefsels of organen, als deze onder invloed van uitwendige omstandigheden, die van physiologische of van parasitaire aard kunnen zijn, niet tot ontwikkeling komen.