Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Oostenrijk

betekenis & definitie

officiële naam Republik Österreich

oppervlakte 83 849 km2

inwoners 7 507 000

hoofdstad Wien (Wenen)

staatsvorm republiek

staatshoofd Rudolf Kirchschläger

reg. leider Fred Sinowatz

officiële taal Duits

religies rooms-katholieken, protestanten

munteenheid Schilling

BNP/hoofd US$ 10 230

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, Raad van

Europa, GATT, OESO, IMF, Wereldbank, EVA

Landschap en klimaat

Oostenrijk ligt in Midden-Europa en grenst van het noorden uit resp. aan: Tsjechoslowakije, Hongarije, Joegoslavië, Italië, Zwitserland en Bondsrepubliek Duitsland. Het land wordt voor 65% ingenomen door de oost-west lopende Oost-Alpen en voor de rest door het Österreichisches Alpenvorland en het

laagland in het oosten. Hoogste punt is de Grossglockner met 3797 m.

Vrijwel het hele land behoort tot het stroomgebied van de Donau.

Evenals Zwitserland heeft Oostenrijk een groot aantal meren aan de noordzijde van de Alpenketens, een overblijfsel uit de laatste Ijstijd. De grootste meren liggen in het westen en het oosten, de Bodensee (waarvan 24 km2 Oostenrijks) en de Neusiedlersee (356 km2). In totaal heeft het land 88 meren en een groot aantal rivieren en beken, die 's zomers trekpleisters voor toeristen vormen, zoals 's winters de besneeuwde berghellingen.

Het westelijk deel van Oostenrijk heeft een gematigd maritiem klimaat, de gemiddelde jaarlijkse neerslag kan variëren van 1000 tot 2000 mm (stijgingsregens). Overheersende windrichting is westelijk, waardoor het oosten van het land droger is en een continentaal karakter heeft. In de dalen en heuvels in het oosten ligt de januaritemperatuur net onder het vriespunt en de julitemperatuur rond de 20°C. Boven de 3000 m bedragen deze waarden resp. beneden - 10°C en ca. 2°C. 's Winters ligt op deze hoogte 2 à 3 m sneeuw, 's zomers 1 à 1,5 m.

Sociale gegevens

De bevolking bestaat voor 98% uit Oostenrijkers, de rest wordt gevormd door o.a. Kroaten, Slovenen, Tsjechen en Hongaren. Het dichtst bevolkt zijn de bondslanden Beneden-Oostenrijk en Boven-Oostenrijk en Vorarlberg. Het percentage van de stedelijke op de totale bevolking bedraagt 52; Wenen herbergt ca. 20% van het totale Oostenrijkse inwonertal.

Het onderwijs is als volgt georganiseerd: basis is een vierjarige scholing op een Volksschule voor zes- tot tienjarigen, waarna uit algemeen vormende, beroepsopleidingen en pedagogische academies gekozen kan worden. De voorbereiding op een universiteit of hogeschool bestaat uit een onder- en bovenbouw van ieder vier jaar op een Allgemeinbildende höhere Schule. Oostenrijk heeft 18 universiteiten en hogescholen en zes kunstacademies. Van de bevolking van 15 jaar en ouder kan 99% lezen en schrijven.

Kunst

De Oostenrijkse kunst heeft in de loop der tijd sterk de invloed van omringende landen ondergaan. Tijdens de barok (ca. 1700) kwam de architectuur tot grote bloei: o.a. Dreifaltigkeitskirche, kasteel Schönbrunn, klooster van Melk. Van de schrijvers moeten de toneelschrijvers Arthur Schnitzler en Hugo von Hoffmannsthal genoemd worden en de romanschrijvers Robert Musil, Ingeborg Bachmann en Peter Handke. In de 18e eeuw groeide Wenen uit tot het belangrijkste muziekcentrum van Europa met o.a. Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert. De muziek ontwikkelde zich in de 19e eeuw in een lichtere (familie Strauss) en een serieuzere richting (Brahms, Wolf, Mahler). In de 20e eeuw bracht de Weense School (Schönberg, Webern) met de twaalftoonsmuziek een grote muzikale omwenteling.

Economische gegevens

Het globale beeld van de Oostenrijkse economie is gunstig. Landbouw en veeteelt beslaan resp. ca. 20 en 30% van de oppervlakte en hebben een hoog rendement. Bosbouw neemt 40% van de oppervlakte in beslag en levert jaarlijks ca. 10 miljoen m3 hout. Oostenrijk is rijk aan delfstoffen: bruin- en steenkool, ijzer, lood, zink, koper, magnesiet, salpeter, aardolie en -gas (Marchfeld ten noorden van Wenen). Van groot belang voor de energievoorziening zijn de meer dan 200 (overwegend waterkrachtcentrales.

In Kaprun staan enkele centrales aan een stuwmeer met dammen van meer dan 100 m hoogte. Een andere bron van inkomsten is het toerisme, zowel 's zomers als 's winters. Opvallend is de nationalisering van de banken en de zware industrie sinds 1946. Het wegennet heeft een lengte van ruim 100.000 km, het spoorwegnet van 5900 km.

Geschiedenis

Aan het eind van de 8e eeuw maakte Oostenrijk deel uit van het rijk van Karel de Grote. In 1278 werd de koning van Bohemen Ottokar II verslagen door Rudolf I van Habsburg en maakte Oostenrijk deel uit van de Habsburg se dynastie, die sinds 1438 ook de keizerstroon van het Heilige Roomse Rijk bezette. Tot 1806 loopt Oostenrijks geschiedenis parallel met die van het Huis Habsburg; in dat jaar werd het Heilige Roomse Rijk door Napoleon ontbonden en riep de Duitse keizer Frans II zich uit tot keizer Frans I van Oostenrijk, dat na 1867 Oostenrijk-Hongarije of Donaumonarchie genoemd werd. De moord op kroonprins Franz Ferdinand 28-6-1914 was de aanleiding tot WO I, na afloop waarvan grote delen van het rijk bij andere naties gevoegd werden en de nieuwe staat Republiek Oostenrijk genoemd werd. 13-3-1938 viel nazi-Duitsland Oostenrijk binnen: de Anschluss, en maakte het land als Ostmarktot 1945 deel uit van het Derde Rijk.

Tot 1955 bleef het onder geallieerd bestuur, wegens onenigheid tussen de Russen en de westerse mogendheden. Het land voert onafhankelijk van Oost en West een neutrale politiek, waarbij het vaak een bemiddelende en/of vooruitgeschoven positie inneemt (sinds maart 1980 diplomatieke status voor PLO-vertegenwoordiger Ghasi Hoessein).

Bij de parlementsverkiezingen in 1983 verloren de socialisten de absolute meerderheid in het parlement. Begin mei werd aangekondigd dat Oostenrijk een coalitieregering zou krijgen: de Socialistische Partij en de Nationaal-Liberale Vrijheidspartij onder leiding van de socialist Fred Sinowatz.