Samen met de aangrenzende Weerribben (zie: Ossenzijl) vormen De Wieden het grootste laagveenmoeras van Europa. Dit stuk pure schoonheid bestaat uit grote open plassen, afgewisseld met kleinere kolken en vaarten en daartussen gras- en rietlanden en moerasbossen. Net als De Weerribben zijn De Wieden het gevolg van turfwinning, waarbij brede en diepe geulen werden uitgebaggerd. Deze 'weeren', pet- of trekgaten werden gescheiden door 'ribben' waar het veen te drogen werd gelegd.
In enkele gevallen zijn ribben weggeslagen en ontstonden grote plassen. In 1776 bijvoorbeeld verzwolg het opgezweepte water het dorpje Beulake en ontstond de Beulakerwijde. Op verschillende plaatsen tracht het land zijn verloren terrein op het water te heroveren. Daar ontstaat 'trilveen', een dik plantendek dat als een verend moeras op de modder dobbert. Het gebied is rijk aan planten en water-, moeras- en weidevogels. Er is een observatiehut. De aantrekkelijkste manier om de 'wetlands' te ontdekken is per kano, roeiboot of elektrische motorboot (fluisterboot). Overigens mag men slechts op enkele plaatsen aan land stappen. Bij het bezoekerscentrum De Wieden steken vaarexcursies van wal.
Het bezoekerscentrum vertelt alles over de flora en fauna en laat zien hoe veenarbeiders, boeren, riettelers en binnenvissers in de loop der eeuwen vorm gaven aan De Wieden. Adres: Beulakerpad 1.
