Het Nederlands Drogisterij Museum is uniek in de wereld. Nederland is het enige land waar de apotheek niet het alleenrecht heeft op de verkoop van geneesmiddelen. Bij de Nederlandse drogist zijn zonder recept eenvoudige geneesmiddelen te koop.
De wortels van de drogisterij liggen in de Middeleeuwen. Toen trokken talloze kruidenverkopers van jaarmarkt naar jaarmarkt om hun zalfjes, vergulde pilletjes en andere wondermiddeltjes aan de man te brengen. Later vestigen deze 'crudeners' zich in de steden. Zij hingen een gaper boven hun deur als teken dat er kruiden en aanverwante artikelen werden verkocht.
In de loop der jaren versnipperde het beroep van crudener. Eén groep werd later kruidenier genoemd, de andere drogist of apotheker. Deze laatste groep viel aan het begin van de 20ste eeuw uiteen, toen de overheid bepaalde dat alleen apothekers medicijnen mochten produceren. In de jaren zestig en zeventig moderniseerde de drogisterijbranche. Er ontstonden landelijke ketens als Etos, Kruidvat en Trekpleister, die een groot martkaandeel veroverden.
Maar in het Nederlands Drogisterij Museum leeft de ouderwetse drogist in zijn witte jas nog steeds voort. Ook is de sfeer van vroeger er nog letterlijk te ruiken in twee compleet ingerichte drogisterijen uit 1901 en 1934. Kruidenkasten uit 1880 en 1910, weegschalen, lichtreclames, platen, boeken, geneesmiddelen, cosmetica, opleidingsmateriaal, verbandstoffen, vijzels, anticonceptiva en talloze andere artikelen geven een beeld van het verre en nabije verleden. Ook zijn er vijftig gapers te zien, waaronder de grootste gaper ter wereld. Adres: Diependaalsedijk 19c.
