De bejaarde prediker Bonifatius kon wonderen verrichten. Toen hij tijdens een missie in Dokkum dorst kreeg, liet hij zijn paard flink stampen. Prompt welde er helder bronwater uit de grond. Toch volgde geen staande ovatie.
De heidense Friezen wilden zich niet laten bekeren tot het christendom en dus maakten ze Bonifatius een kopje kleiner. Dat gebeurde in het jaar 754. Daarmee pleegden de
Friezen een van de bekendste moorden uit de vaderlandse geschiedenis. Het berouw kwam meteen na de zonde. Om het bloederige krasje op hun blazoen weg te poetsen, wierpen de Dokkumers op de plaats van het misdrijf een terp op (de huidige Markt). De bult werd een bedevaartsoord.
Dokkum eert de vermoorde geloofsverkondiger ook met twee standbeelden, een Bonifatiuskerk en een Bonifatiuskapel. De beroemde Bonifatiusbron bestaat nog steeds. Aan het heldere water worden geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. Gelovigen kunnen in de kapel gratis een flesje tappen.
Een expositie over het leven van Bonifatius is te zien in Streekmuseum Het Admiraliteitshuis. Het is riant gehuisvest in twee panden aan de Diepswal, namelijk in het goed gelukte voormalige Friese Admiraliteitsgebouw uit 1618 en in een 18de-eeuws woonhuis. De collectie bestaat verder uit Friese klederdrachten, aardewerk, schilderijen, speelgoed, zilverwerk, ambachts- en volkskunst, terpvondsten en diorama's met scènes van rond 1900.
