eerste gedeelte van de geestelijke rijpingstijd (zie aldaar), wat duur en aanvangstijd betreft, overeenkomende met de lichamelijke rijpingstijd (zie aldaar).
De geestelijke puberteit ligt bij jongens tussen hun 14e en 18e, bij meisjes tussen haar 13e en 17e levensjaar en wordt naar het uiterlijk vooral gekenmerkt door gevoelens van onrust, eenzaamheid en vaag verlangen.