de oorzaak voor het uitzetten van lichamen, het smelten van vaste en het verdampen van vloeibare lichamen en vele andere werkingen. Volgens de mechanische warmtetheorie wordt de warmte bepaald door de beweging van de moleculen van een lichaam.
Een lichaam wordt warmer als de snelheid van de moleculen toeneemt en kouder als de snelheid afneemt. Bij toenemende snelheid van de moleculen wordt de tussenruimte tussen de moleculen groter, het lichaam zet uit. Bij het smelten wordt de samenhang van de moleculen verstoord en bij het verdampen wordt de vaste samenhang opgeheven.
