of paradijsappel, besvrucht van een nachtschadeplant. Zij is afkomstig uit tropisch Zuid-Amerika en wordt om haar rode of gele vrucht vooral in kassen veel verbouwd.
De vrucht is rijk aan vitamine C en wordt als groente, als salade en als specerij veel gebruikt. De plant verlangt een vruchtbare grond en veel warmte. Wanneer men ze in de koude grond wil telen, mag men de kiemplanten niet vóór midden mei buiten brengen.