[taiten'nik], de naam van het Britse passagiers-stoomschip (46 329 BRT) dat in 1912 als grootste schip ter wereld was voltooid in opdracht van de White Star Line en dat als onzinkbaar werd beschouwd wegens het systeem van waterdichte schotten. Op 10 april 1912 vertrok het schip voor zijn eerste reis van Southampton via Cherbourg naar New York.
Aan boord bevonden zich ruim 1300 passagiers en ongeveer 900 bemanningsleden. Zondagavond 14 april kwam het schip 500 zeemijlen bezuiden Newfoundland in aanraking met een ijsberg. Er ontstond een scheur van bijna 100 m lengte. Na 2 ½ uur zonk het schip. Men neemt aan dat circa 1500 mensen omkwamen. Over de oorzaak van deze grootste scheepsramp in de geschiedenis (buiten oorlog) en over de omstandigheden daarbij is zeer veel onwaars verteld en overdreven.
Men heeft in Amerika de Britse scheepvaart afbreuk willen doen en verzekeringsmaatschappijen probeerden de hele verantwoordelijkheid te schuiven op de verdronken gezagvoerder Smith. De meeste verhalen moet men echter bestempelen als laster.