Volgens de drankwet heeft men een vergunning nodig voor het verkopen van alcoholhoudende drank, zowel voor gebruik ter plaatse als in flessen. Behalve deze vergunning kent de wet nog een verlof A en B.
Een verlof A wordt vereist indien het zwakalcoholische drank betreft, en een verlof B voor het uitschenken van niet-alcoholische dranken.