Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

schaakspel

betekenis & definitie

het „koninklijke” spel, is vermoedelijk door de Arabieren vanuit het Oosten naar Europa gebracht (het woord „schaak” is van het Perzisch afgeleid en betekent „koning”). Sinds ongeveer 1800 wordt het over heel de wereld volgens de huidige regels gespeeld.

Ieder schaakstuk heeft zijn eigen bewegingsmogelijkheden op het schaakbord. De bedoeling van het spel is, de koning van de tegenpartij zo aan te vallen dat hij verloren, mat (= dood) is. Een partij die onbeslist eindigt, noemt men remise; dit is ook het geval bij pat, d.w.zie een situatie waarbij men alleen de koning nog kan verzetten, maar hem bij deze zet tevens schaak (= rechtstreeks aangevallen) zou zetten. Blind spel betekent spelen zonder het bord te zien; bij een simultaanwedstrijd speelt een sterkere speler gelijktijdig tegen een aantal tegenstanders. Tot het schaakspel behoren 16 witte en 16 zwarte stukken (koning, dame of koningin, 2 lopers of raadsheren, 2 paarden, 2 torens of kastelen en 8 pionnen) en een schaakbord met om en om 32 lichte en 32 donkere velden; zie ook rokade.

< >