uit China en Japan stammende kunst van de wapenloze zelfverdediging door bepaalde grepen, die berusten op de kennis van het evenwicht en de gevoelige plekken van het lichaam. Worden deze grepen volledig uitgevoerd, dan leiden ze tot algehele onmacht van de tegenstander.
Grondstelling van het jioe-jitsoe is, met zo weinig mogelijk inspanning een zo groot mogelijk effect te bereiken. De naam betekent: „zachte kunst”; zie judo.