Men kent ijzer(II)- of ferroverbindingen, die tweewaardig positief ijzer bevatten, en ijzer(III)- of fem'verbindingen, waarin het driewaardig positief is. IJzer(II)-verbindingen worden door de zuurstof van de lucht gemakkelijk geoxydeerd; ijzer(III)-verbindingen niet.
Er zijn dus ook twee ijzerionen: FeI+ en Fe3+. Ijzeroxide, meestal ijzer(III)-oxide, (Fe203), komt als ijzererts in de natuur voor; ijzerroest bestaat er ook uit. Een ander oxide is ijzerhamerslag, dat zich o.a. vormt op stukjes ijzer die bij het smeden wegspringen. Het is magnetisch en heeft de formule Fe304, evenals het ijzererts magnetiet of magneetijzersteen. Fe304 bevat zowel twee- als driewaardig ijzer. Ijzersulfaat is ijzer(II)-sulfaat, (FeS04), dat gewoonlijk kristalwater bevat en dan ijzervitriool heet; zie ook vitriolen. Verbindingen van ijzer met zwavel zijn zwavelijzer (FeS), en het bekende ijzererts pyriet (FeS2), die beide tweewaardig ijzer bevatten.