1. geheel verschillend, ongelijksoortig. Tegenstelling: homogeen;
2. een scheikundig heterogeen mengsel bestaat uit deeltjes van verschillende samenstelling, maar groter dan gewone moleculen, zodat er grensvlakken in voorkomen. Zo zijn colloïden, emulsies en suspensies b.v. van klei in water, heterogene mengsels. Daarentegen noemt men mengsels homogeen als alle daarin aanwezige stoffen tot in moleculen, soms ook ten dele tot in ionen verdeeld zijn. Dit komt voor bij gassen en bij vloeibare oplossingen. Homogene mengsels zijn lucht, een oplossing van suiker in water en een oplossing van zout in water. Suiker is hierin tot in moleculen verdeeld; zout tot in ionen.