Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Goethe

betekenis & definitie

[keute], Johann Wolfgang (geb. 1749 in Frankfort aan de Main, gest. 1832 in Weimar), Duitslands grootste dichter, die zich ontwikkelde onder invloed van Herder. Behalve schrijver was Goethe ook enige jaren minister bij de kunstminnaar hertog Karl August in Weimar en hield hij zich grondig bezig met de natuurwetenschappen (zoölogie, botanica, mineralogie, geologie, kleurenleer); bovendien was

hij een bekend kunstcriticus. Van zijn werken zijn vooral beroemd geworden: de toneelstukken „Götz von Berlichingen”, „Iphigenie auf Tauris”, „Tasso” en vooral „Faust”; verder zijn romans „Die Leiden des jungen Werthers” (uit zijn Sturm- und Drangperiode), „Wilhelm Meisters Lehrjahre” (op aandringen van zijn vriend Schiller) en zijn levensgeschiedenis „Dichtung und Wahrheit”. Van zijn balladen noemen wij het prachtige „Der Erlkönig”.

< >