Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Filter

betekenis & definitie

1. elk toestel dat dient om vloeistof te zuiveren van erin voorkomende vaste bestanddelen. Er zijn filters van verschillende uitvoering en grootte, vanaf de grote filterbassins (zandfilter) voor drinkwater tot de trechterfilter uit filtreerpapier; bij alle echter loopt de vloeistof door een poreuze laag die de vaste bestanddelen tegenhoudt; daarom moet de filter regelmatig worden vernieuwd of schoongemaakt; 2. toestel om aangezogen lucht te reinigen, b.v. gasmaskers, filters in auto’s;

3. lichtfilters noemt men gekleurde glazen die alleen bepaalde golflengten van het licht doorlaten en de overige absorberen (geelfilters bij de fotografie, zonnebril);
4. in de communicatietechniek gebruikt men filters, bestaande uit spoelen en condensatoren om gewenste signalen van ongewenste te scheiden; zie afstemmen en afstemkring.

< >