(meervoud van cactus), hebben hun vaderland bijna uitsluitend in Amerika, zowel in de vlakte als in het gebergte, zowel in woestijnen en steppen als in het oerwoud. Alle cacteeën zijn planten met zogenaamd water weefsel, met behulp waarvan zij droge tijden doorstaan.
Het waterweefsel bevindt zich in de stengel, die bol- of zuilvormig is of in op bladeren gelijkende delen is verdeeld. Enkele zuilvormige soorten worden wel 20 m hoog en 2 m dik. De bladeren zijn meestal tot stekels gereduceerd. Gedurende de regentijd ontplooien de cacteeën hun prachtige bloemen, die een vaak heerlijke geur verspreiden. Meestal bloeien ze slechts een enkele nacht (Koningin der nacht). Vanwege hun zonderlinge vormen en de fraaie bloemen behoren de cacteeën tot de meest begeerde kamerplanten.
Een cultuurplant is de vijgencactus, die in het gebied om de Middellandse Zee inheems is geworden. Zijn op vijgen gelijkende vruchten worden als fruit gewaardeerd.
