In de laatste honderd jaar is de arbeidstijd steeds verder ingekrompen om de arbeidende mens te beschermen. Deze heeft daardoor ook meer vrije tijd voor ontspanning gekregen.
De arbeidstijd wordt geregeld in de wet. In 1919 werd de totale werktijd in Nederland gebracht op 48 uur per week, d.w.z. een achturige werkdag. Toen de vrije zaterdagmiddag werd ingevoerd, kreeg men werkdagen van 8 ½ uur, ’s zaterdags 5 ½ uur. Thans wordt de arbeidstijd meestal per week be-rekend. In fabrieken en werkplaatsen mag zij als regel niet meer dan 42 uur per week bedragen. Ook in andere bedrijven werkt men thans over het algemeen niet meer dan 42 uur per week, vaak zelfs minder. Deze arbeidstijd is in veel bedrijfstakken verdeeld over vijf werkdagen: de vijfdaagse werkweek. Voor overwerk is een vergunning nodig. Is die er, dan mag er maximaal 11 uur per dag of 62 uur per week worden gewerkt.
Voor vrouwen en jeugdige personen gelden afzonderlijke regelingen. Ook bepaalde soorten bedrijven en instellingen hebben vaak een andere regeling.
