1. het aanslaan van een toets op piano of schrijfmachine: de pianist heeft een mooie, zachte aanslag;
2. met het geweer in de aanslag: het geweer aan de schouder brengen en mikken; 3. aangroeisel, het dunne laagje van wieren, korstmossen en mossen in het bijzonder aan de regenzijde van bomen, palen en schuttingen;
4. in de belasting: de officiële vaststelling van het bedrag dat iemand aan belasting moet betalen. De belastingplichtige wordt door middel van een aanslagbiljet van deze aanslag op de hoogte gebracht;
5. moordaanslag, gepleegd op politiek invloedrijke personen, steeds ter bereiking van politieke doeleinden; voorbeelden: het vermoorden van de troonopvolger Franz Ferdinand (Serajewo, 1914), van de Indische staatsman Ghandi in 1948, van de Amerikaanse president John F. Kennedy in 1963, van de Zuidafrikaanse premier Verwoerd in 1966, van koning Feisal van Saoedi-Arabië in 1975. Bij een aanslag hoeft de betrokkene niet noodzakelijk de dood te vinden; ook de poging tot moord wordt dus als zodanig aangerekend.
