Speijk, Jan Carel Josephus van - Jan Carel Josephus van Speijk (1802-1831), stak op 5 febr. 1831 tijdens de Belgische Opstand de lont in het kruit van een door hem gecommandeerde kanonneerboot, die in de Schelde voor Antwerpen lag. Hij was een Amsterdammer die in het Burgerweeshuis* (nu Amsterdams Historisch Museum*) was opgevoed, waar een gedenkplaat aan zijn daad herinnert. Op zijn graftombe in de Nieuwe Kerk prijken tal van zeevaartsymbolen en het opschrift: "Hij handhaafde op den 5 Februari 1831 voor Antwerpen de eer van 's lands vlag ten koste van zijn leven". Hoewel hij kleermaker wilde worden, koos hij later het ruime sop, eerst naar Indië en in 1830 als luitenant ter zee 2de klasse naar de Scheldestad.
Zijn stoffelijk overschot werd op 24 juni 1831 naar de Oosterkerk overgebracht en op 26 april 1832 in de Nieuwe Kerk bijgezet. Een straat in het stadsdeel De Baarsjes heet naar hem. Het Amsterdams Historisch Museum bezit een Van Speijk-verzameling.
LIT. B. de Ridder, Dat nooit, zei Van Speijk, O.A. 1952, 40; J.H. Kruizinga, Adieu Kattenburg, 1966, 65; B. de Ridder, Herinneringen aan het oude Burgerweeshuis, O.A. 1970, 44.