Mann-Bouwmeester, Theodora Antonia Louisa (Theo) (1850-1939)
Vaak genoemd "de hartstochtelijkste vrouw van ons land", was een toneelspeelster van grote allure. Zij was een kind van toneelspelers, die toen zij geboren werd, op tournee waren door de Achterhoek. Reeds op vijfjarige leeftijd speelde ze toneel met haar broer, de grote Louis Bouwmeester. Tegenzin had zij in het toneel die eerste jaren, maar later werd het haar grote liefde, hoewel het in de tijd van trekschuiten en gebrekkige treinen, van slecht uitgeruste zalen en tochtige tenten allerminst een genoegen was deel van een reizend gezelschap uit te maken. In 1873 (ze was toen, 23 jaar oud, reeds weduwe en moeder van vier kinderen) trad ze voor het eerst in A. op. In deze stad heeft zij haar grootste successen geboekt, allereerst in het operettegezelschap van Prot*. Dit speelde bij Van Lier*, waar ze uitbundig gevierd werd in haar eerste glansrol: Marguérite Gautier.
Daardoor werd ze de Nederlandse Sarah Bernhardt, gelijk ze vaak genoemd werd. In 1885 kwam ze bij het Nederlandsch Tooneel*, waaraan ze 35 jaar verbonden bleef. Niet het moderne stuk lag haar; zij was de uitbeeldster van de grote hartstocht, de vrouw die een zaal tot snikken wist te krijgen als Flora in "La Tosca" en als Suzanne in "Le Demi Monde". Afscheid nam "Theo" van het Nederlandsch Tooneel als Badeloch in de Gijsbrecht*, afscheid van het publiek in "Het Kind van Liefde" van Bataille. Bij haar gouden jubileum in 1926 werd zij officier in de orde van Oranje Nassau. In 1934 overhandigde zij aan Else Mauhs de Theo Mann-Bouwmeesterring. Memoires, door haarzelf verteld, zijn in 1930 verschenen onder de titel "Mijn leven".
LIT. Ben Albach, Het huis op het plein, 1957, 171.