XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Herenmarkt

betekenis & definitie

Herenmarkt - De Herenmarkt werd aangelegd, nadat in 1612 de hier gelegen Haarlemmerpoort* was gesloopt. Er kwam toen ruimte voor de varkensmarkt. In 1617 werd hier ook de vleeshal* gebouwd, het sierlijke gebouwtje dat in 1624 ten gebruike werd afgestaan aan de West-lndische Compagnie*. De schatten van Piet Heins* Zilvervloot, die in de kelders van het inmiddels vergrote gebouw geborgen waren, zijn toen nog aanleiding geweest tot woelige taferelen.

Ook later is het er op de Herenmarkt nog rumoerig toegegaan, o.a. in 1835 bij het "Soeploodsoproer"* (zie ook: Kaarseladeveer). Het gebouw, dat in 1654 door de West-lndische Compagnie verlaten werd, kwam in gebruik als Nieuwezijds Herenlogement*, en kreeg na nog vele verbouwingen en vergrotingen in 1825 zijn bestemming als Hersteld Evangelisch-lutherse Diaconie, Wees-, Oude Mannen- en Vrouwenhuis*. Het Nieuw-Archief der Gemeente is tijdelijk op nr. 10 ondergebracht geweest. Op nr. 17 heeft Jan ter Gouw*, schrijver van een geschiedenis van A., gewoond.

LIT. Ir W.H.M. Nieuwenhuis, Dossier: Herenmarkt, bewoners van de huizen aan de Herenmarkt in de XVII-de eeuw, 1986.