Academisch Medisch Centrum Amsterdam - (AMC), Meibergdreef 9 in de Bullewijkpolder, werd op 24 juni 1981 in gebruik genomen. Toen verhuisde het Binnengasthuis* in één werkweek naar het nieuwe onderkomen, dat op korte afstand van het metrostation Holendrecht is gevestigd. In 1983 werd ook het Wilhelminagasthuis* daar ondergebracht; daarna volgden de instituten van de medische faculteit, die over negen gebouwen verspreid in de stad waren ondergebracht. De eerste paal werd op 23 aug. 1973 geslagen door staatssecretaris Klein van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Architecten waren D. van Maurik, J.W.
Du Pon en D.J. Istha. Het geheel bestaat uit drie zogenoemde beddenhuizen. Daarachter bevinden zich de collegezalen en andere verblijven voor de medische faculteit van de Universiteit van A. Voor het gebouw staan een drie verdiepingen hoge polikliniek en een parkeergarage. De bouwkosten bedroegen ongeveer één miljard gulden. In totaal kunnen er 1.036 patiënten worden verpleegd en er werken ruim 6.000 mensen. Het AMC werd op 13 juni 1984 officieel geopend. Het AMC herbergt een collectie moderne kunst, waar menig museum jaloers op kan zijn: 5.500 kunstwerken vinden er onderdak. Tot de kunstenaars die hier met werken vertegenwoordigd zijn behoren Carel Visser, Auke de Vries, Karel Appel, Constant, Sigurdur Gudmundsson, Covert Heykoop, Matte Röling, Eugène Brands, Peter Klashorst, Jan Sierhuis en Ger Lataster.
LIT. AMC Gebouwd, onder redactie van Jac. G. Constant, met medewerking van Projectbureau Nieuwbouw en adviseurs, 1984.
