een reeks van gestyleerde dansen in denzelfden toonaard, ook wel Partita of Ouverture genoemd. Sedert 1650 was het kernschema: Allemande, Courante, Sarabande, Gigue.
Dit kernschema werd meestal uitgebreid met eenige andere dansen: Menuet, Gavotte, Bourrée, Passepied, Rondeau, en vrijer stukken: een voorspel, Ouverture, Prélude, Préambule genoemd, en voorts Air, Badinerie, Réjouissance. De groote bloeitijd van de Suite eindigde omstreeks 1750. Archaïseerend (d.w.z. een ouden stijl nabootsend) hebben latere componisten nog wel Suiten geschreven, b.v. Grieg, ‘Aus Holbergs Zeit’. Enkele hedendaagsche componisten schreven Suiten van gestyleerde moderne dansen: Hindemith, Suite 1922; Grosz, Tanz-Suiten; Schulhoff, Partita.
